Hee kerel.
Zeg eens eerlijk.
Vind jij dat stiekem ook zo’n onzin, dat praten over emoties met je patiënt?
Snap ik. Je bent de enige niet. En je vraagt je af of patienten daar nou echt op zitten te wachten.
Ze willen een óplossing, denk je. Ze komen niet voor psychoanalyse.
En praten over emoties is toch zoiets als naar de sportschool gaan: je wilt het eigenlijk niet, maar het levert je wel wat op.
Wat levert het me dan op?
Je krijgt een inkijkje in de gevoelens van je patiënt. En dat verbetert je anamnese, en dus diagnose en je behandeling.
Neem nu meneer Peters. Hij maakte een afspraak omdat hij zo hoestte. Niet zo gek, in het griepseizoen. Ik wou hem al bijna met een dropjesadvies naar huis sturen. Maar toen ik hem vroeg waar hij zelf aan dacht, kwam het hoge woord eruit. Hij was bang voor longkanker, omdat hij al ruim 40 jaar een pakje sigaretten per dag rookt. Hij durfde het eigenlijk niet te zeggen, want het was immers zijn eigen stomme schuld.
We besloten samen om hem naar de longarts te verwijzen. Met een uitnodiging om terug te komen om te kijken hoe hij het beste kon stoppen met roken.
Maar hoe begin ik over emoties?
Soms is dat lastig. We zijn nu eenmaal geen volk dat makkelijk over emoties praat. Als iemand blij is, gaat het nog wel. Maar enge emoties als angst of verdriet zijn moeilijker. Artsen zijn vaak bang om de patiënt overstuur te maken.
Het is makkelijker als je vraagt wat je patient zelf denkt over zijn klacht. Dan komen de emoties vanzelf aan de orde. Of je kunt informeren hoe de familie over de klacht denkt en via die weg naar de gedachten en de emoties van je patiënt vragen.
En wat moet ik doen als mijn patiënt gaat huilen?
Dan heb je in ieder geval de goede toon te pakken. Je hebt gezien dat er wat speelt. De meeste patiënten praten niet graag over hun angsten, maar als er jij er naar vraagt kan dat een opluchting zijn. Hou tissues bij de hand, geef een gevoelsreflectie en hou verder je mond.
Loopt mijn spreekuur dan niet uit?
Nee hoor. Een therapie of eens advies waar je patiënt niks aan heeft, dát kost veel tijd. Patiënten die zich niet gehoord voelen, komen namelijk terug. En dan moet je het consult nóg een keer doen.
Dus bij je volgende spreekuur: vraag je patiënt naar zijn gevoelens over zijn klacht.