G-1SB1KV1D8X

Wat kun je vinden in dit artikel?

Hoe vaak komt stress bij artsen voor?

We weten het allemaal: dokter zijn is een stressvol beroep.

De cijfers liegen niet. Bijna 60% van de artsen heeft iedere dag werk gerelateerde stress [1].

Een kwart van de jonge artsen heeft symptomen van een burn-out [2] en ruim 70% van de huisartsen heeft tekenen van overspannenheid gehad [3].

Om nog maar niet te spreken over het aantal burn-outs bij medisch specialisten: ruim 1 op de 3 heeft tekenen van een burn-out [4].

Wat zijn de oorzaken van stress bij artsen?

Veruit de meeste stress komt door de hoge werkdruk van artsen. De lange werkdagen, de hoeveelheid administratie, de eisende patiënten, te veel werk en te moeilijk werk dragen allemaal bij aan de stress die dokters ervaren. Maar ook het doen van diensten en de omgang met verzekeraars en overheid is voor veel artsen een bron van stress.

Daarnaast hebben de meeste artsen een hoog verantwoordelijkheidsgevoel en hebben ze hoge verwachtingen van zichzelf. Het zijn vaak enorme doorzetters. Ook willen ze het graag goed doen: voor zichzelf, hun collega’s en hun patiënt. Perfectionisme ligt dan ook op de loer. Deze persoonlijke kenmerken kunnen bijdragen aan het stressgevoel.

Wat vaak over het hoofd gezien wordt en door artsen zelf vaak niet zo onderkend wordt, is de emotionele belasting die het werken met (ernstig) zieke patiënten met zich mee kan brengen. We weten uit onderzoek dat het brengen van slecht nieuws ook belastend is voor de arts en kan bijdragen aan stressgevoelens en burn-out.

Ook jonge dokters kennen veel stress. Natuurlijk omdat zij minder ervaren zijn, maar ook omdat ANIOS graag een opleidingsplek willen en de competitie groot is. Maar ook als ze eenmaal AIOS zijn ervaren ze nog veel druk, enerzijds door de eisen van hun opleiding zelf, maar ook omdat ze zich zorgen maken over de tijd erna: Vind ik wel een vaste plek?

Dit alles leidt tot stress en minder werkplezier.

Wat zijn de gevolgen van stress bij artsen?

De meeste artsen herkennen de alarmsymptomen niet en denken dat een druk gevoel ‘erbij hoort’.

En natuurlijk, een keertje te druk zijn is geen probleem. Maar als je iedere dag een kort lontje hebt, moe bent, hoofdpijn en nekpijn hebt, piekert, gejaagd bent, het overzicht kwijt bent, het werk niet kan loslaten, veeleisend bent, minder gedaan krijgt, je meer op jezelf wil zijn en alles zelf wil oplossen, dan heb je serieus last van stress. Deze fysieke en mentale klachten betekenen dat je overbelast bent en actie moet ondernemen.

Natuurlijk, niet alle stress is verkeerd en we hebben het ook nodig om dingen gedaan te krijgen [5]. Maar je komt in de problemen als deze stresssituatie te lang voortduurt. Als je niets onderneemt omdat je je schaamt en als je vindt dat je het zelf maar moet oplossen dan kan langdurige stress tot uitval leiden.

Stress bij artsen grafiek
Bron: C. Vinkers, In de ban van burn-out (2022)

Zie het zo: het hebben van stress is op zich niet zo’n probleem. De meeste mensen kunnen hier prima mee omgaan.

Ze zijn veerkrachtig en als de stresssituatie niet te lang voortduurt, is er geen enkel probleem. Zoals je ook in het plaatje kunt zien is er een optimaal punt: het werk geeft niet te veel stress, niet te weinig stress en je voelt je optimaal.

Hier is sprake van een optimale balans tussen de hoeveelheid stress en je goed voelen. Altijd op dit punt zitten is onmogelijk. Je werk en je leven zijn nooit langdurig perfect in balans. Vinkers noemt het ‘dansen op de vulkaan’.

Voor iedereen is deze top weer anders, omdat iedereen anders in elkaar zit. Iemands achtergrond, persoonlijkheid, werkomstandigheden en thuissituatie is weer anders.

Te veel stress (zonder voldoende herstel tussendoor of te langdurig) leidt op den duur tot vermoeidheid, uitputting en burn-out.

Maar te weinig stress (langdurig) is ook niet goed! Werk dat te makkelijk is, kan ook op den duur ook stress geven.

Als je als arts niet op de goede plek zit en je verveelt je dood, ligt de kans op een bore-out op de loer. Je bent dan onderbelast en dat geeft ook stress.

In mijn praktijk zie ik, naast artsen met te hoge werkdruk, ook veel artsen die juist te weinig uitdaging in hun werk ervaren, zich kapot vervelen en juist door onderstimulatie stress krijgen.

Vaak speelt daarbij hoogbegaafdheid een rol.

Wat zijn copingmechanismen bij stress en hoge werkdruk?

Wat kun je nu doen als je als arts te veel stress hebt van je werk?

Zoals eerder gezegd, het gaat om de balans in je energie opladen en je belasting (stress). Als er teveel energie weglekt en er komt te weinig bij, dan zul je op den duur leeglopen.

Zie je hoeveelheid energie als een emmer die gevuld is met water: de kraan openzetten is het vullen van je emmer, maar als er gaten onderin de emmer zitten, lekt alles weg.

Dus wat zijn je energiegevers en wat je energievreters?

Lekkende emmer met kraan
Lekkende emmer met kraan

Wat zijn energiegevers?

Waar je emmer van volloopt (de kraan) zijn je energiegevers en die zijn heel persoonlijk.

Uit onderzoek weten we dat artsen verschillende manieren gebruiken om te dealen met stress op hun werk. De helft gaat sporten en 20% praat met hun partner [1]. Een klein deel gebruikt alcohol of drugs om stoom af te blazen.

En de vraag is natuurlijk: waar krijg jij energie van? Waar vul jij jouw emmer mee?

Dat hoeft niet per se sporten te zijn. Voor de een is dat wandelen met de hond, voor de ander een goed gesprek met een patiënt.

Is er een mogelijkheid om deze energiegevers te integreren in je werk? Dat is helemaal mooi! Want als je werk je energie geeft, dan heb je dubbel winst.

Wat zijn energievreters?

Als eerste, wat geeft je nu precies stress? Is het die eindeloze hoeveelheid administratie? De eisende patiënten? Gedoe in de vakgroep? Probeer voor jezelf eens te inventariseren waar je nu precies last van hebt (energievreters). Je hebt maar een beperkte hoeveelheid energie op een dag, dus als je die ‘uitgeeft’ aan de energievreters blijft er weinig over.

Opdracht

Zet eens op een rijtje waar jij energie van krijgt en waarvan je energie weglekt.

Pak een A4-tje en een pen. Links op je papier zet je de energiegevers, rechts de energielekken. Doe hier een paar dagen over. Iedere keer als er weer eentje te binnenschiet zet je hem erbij in het goede rijtje. Net zolang tot hij voor je gevoel compleet is.

Ga dan even zitten en geef ieder item in de twee lijsten een cijfer (1-10). Een hoog cijfer als het je veel energie geeft of kost, en als het minder energie geeft of kost een lager cijfer.

Als dit klaar is, maak dan een nieuwe lijst waarin je ze op volgorde zet (de hoogste cijfers bovenaan). Je hebt nu een overzicht welke items je het meeste energie kosten en welke je het meeste opleveren. Welke items kun je meer of minder gaan doen?

Vaak is de bewustwording van waar je energie van wegloopt en juist energie van krijgt al de eerste stap.

Helaas is het ook zo, dat hoe meer stress je ervaart, hoe minder je geneigd bent dingen te doen waar je juist energie van krijgt.

De meeste artsen gaan juist harder lopen om het werk toch af te krijgen (dus de emmer gaat nog sneller leeg) in plaats van dat ze even een pas op de plaats maken en kijken waar ze juist van opladen (de emmer vullen). Om daarna met nieuwe energie het werk weer op te pakken.

Soms zijn de energievreters externe factoren waar je geen controle over hebt. Denk aan de kwaliteitsindicatoren die je in moet vullen of de diensten die je ‘moet’ doen.

Deze horen tot je takenpakket en zul je dus ‘moeten’ doen.

In dit geval is het zaak om te onderzoeken waarom je er zo’n last van hebt. Je gaat onderzoeken wat het nu in jezelf is waardoor je zo’n last hebt.

Welke persoonlijke normen en waarden worden nu geraakt waardoor je leegloopt? En als dat duidelijk is, hoe kun je er dan op een andere manier mee omgaan?

Een gecertificeerd coach, gespecialiseerd in de begeleiding van artsen, kan je hiermee helpen.

Een voorbeeld

Charles (47) is een medisch specialist in een perifeer ziekenhuis. Hij kwam bij mij in coaching omdat hij de laatste tijd steeds meer op alles en iedereen mopperde op het werk. Hij had steeds meer hoofpijn en wilde het liefste op zijn werk met rust gelaten worden. Al die eisende patiënten, de regels van de zorgverzekeraar en de innovaties van zijn manager: hij werd er gek van. De werkdruk was nooit een probleem geweest maar nu wel. Hij zei: “Als het zo moet…nou, dan hou het ik het niet vol tot mijn pensioen, hoor…”. Op aanraden van zijn vrouw was hij al gaan sporten in de sportschool (al was dat abonnement meer een vorm van sponsering dan dat hij echt regelmatig ging).

Toen ik hem vroeg waar hij nu het meeste last van had, vertelde hij dat hij het meeste baalde van het uitlopen van spreekuren. Hij neemt graag de tijd voor zijn patiënten, maar omdat zijn spreekuur overvol zit loopt hij vaak uit. Bij uitpluizen bleek dat hij het idee heeft dat hij patiënten daarmee teveel belast (ze moeten namelijk lang wachten) en hij vindt dat een goede arts altijd op tijd moet lopen en dat doet hij niet. Dus, hoe kun je hier nu minder last van krijgen? Een, je kunt je spreekuur aanpassen (time-management) of twee, je kunt er anders mee omgaan in je hoofd (cognitieve aanpak). In dit geval hielp hem het inzicht dat hij een goede dokter wil zijn voor al zijn patiënten. Dit betekende ook dat hij zich bij de individuele patiënt moet beperken. Hiermee lukte het om minder uit te lopen.

Natuurlijk zijn er soms zaken die, ook als je er anders mee om zou gaan, nog steeds veel energie kosten en die niet veranderd kunnen worden.

Als dat het geval is zou je je kunnen afvragen of die werkplek of dat werk nog wel bij je past.

Wat is de rol van de werkcultuur bij artsen bij stress?

Vinkers zegt in zijn boek dat het juist burn-out klachten stress opleveren en niet andersom. Dat werk vaak maar een beperkte bijdrage levert aan het ontstaan van een burn-out [5] en in mijn ervaring is dat ook zo.

Vaak zijn er in het privéleven van mensen ook zaken aan de hand (bijv. ziekte van een dierbare, kind gekregen etc.) die bijdragen aan stress en die dan samen met de werkdruk leiden tot burn-out klachten.

De werkcultuur van artsen waarin ‘niet zeuren, maar doorgaan’ het adagium is en je bij werkdruk gewoon een stapje harder loopt, helpt daarbij niet.

Toegeven dat het niet meer gaat en dat je hulp nodig hebt, is voor het overgrote deel van de artsen een no-go.

We zijn goed in anderen helpen, maar zelf hulp zoeken…echt niet.

Totdat het echt niet meer gaat en de stress je teveel wordt en je in een burn-out belandt.

Hoe kan coaching artsen helpen?

Gelukkig wordt het steeds normaler om een coach in te schakelen als je er zelf niet meer uitkomt om je stress te managen.

Het is dan wel belangrijk dat je iemand kiest die verstand van zaken heeft en bijvoorbeeld is aangesloten bij een erkende organisatie zoals Coaches voor Medici.

Je weet dan zeker dat je begeleid wordt door iemand met kennis en ervaring in de zorgwereld.

Verder is het ook heel belangrijk dat je een klik hebt met je coach.

Als je geen klik hebt, kun je net zo goed stoppen met het traject want dat zal dan weinig effectief zijn.

Bij de meeste coaches kun je eerst een gratis kennismakingsgesprek doen, om te checken of jullie een match zijn.

Als je meer wilt weten over coaching voor artsen, klik dan hier.

[1]       KNMG-Artsenpanel, 2021. [Online]. Available: https://www.knmg.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/hoe-artsen-omgaan-met-stress-artsen-sporten-en-praten-met-hun-partner-1.

[2]       De Jonge Specialist, 2022. [Online]. Available: https://dejongespecialist.nl/wp-content/uploads/2022/10/rapport-nationale-anios-enquete-gezond-en-veilig-werken-2022.pdf.

[3]       D. Duchatteau, “Werkdruk huisartsen is riskant hoog,” Medisch Contact, 2012.

[4]       S. Voigt, “Ruim een derde artsen voldoet aan burn-outcriteria,” NTVG, 168 2024.

[5]       C. Vinkers, “In de ban van burn-out,” in In de ban van burn-out, 2022.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde posts